Overweging van zondag 14-2-2015 op de Ministershof door pastor Leon Teubner

Elk jaar horen we aan het begin van de vastentijd

over de beproeving van Jezus in de woestijn.

Dat verhaal volgt onmiddellijk op de doop van Jezus.

Daar sprak de stem van de Vader tot Jezus en zei:

 

Jij bent mijn Zoon, mijn beminde.

 

Deze woorden van de Vader zijn ook voor ons bedoeld.

Via Jezus spreekt God hier vanavond tot ieder van ons:

 

Jij bent mijn Zoon, mijn Dochter, mijn beminde.

 

Durft u zich dat voor te stellen?

Ik, dit hoopje mens, wordt bemind door God, precies zoals ik ben?

Ik, die misschien minder en minder wordt, vereenzaam misschien,

Wellicht ook boos om het leven dat ik nu moet leiden?

Kunnen we die woorden dan wel toelaten in ons hart:

 

Jij bent mijn Zoon, mijn Dochter, mijn beminde.

 

En, als we dat kunnen, worden we dan ook niet een beetje bang

dat we dat morgen misschien niet zijn beminde zullen zijn,

en gaan we proberen zijn liefde zolang mogelijk vast te houden,

door er greep op te krijgen of zijn liefde te verdienen?

 

Jij bent mijn Zoon, mijn dochter, mijn beminde.

 

Meteen na deze woorden wordt Jezus door Gods Geest

veertig dagen de woestijn in geleid om daar beproefd te worden.

Beproevingen in de Bijbel zijn nooit nodeloze pesterijen.

Zij willen je ook niet beschamen of door de mand laten vallen.

Beproevingen willen het beste in ons mensen naar boven halen.

Zij beogen onze groei in liefde en de zuivering van onze motieven.

 

Maar waar werd Jezus nu eigenlijk op beproefd in de woestijn?

Jezus werd beproefd of Hij onvoorwaardelijk kind van God wilde zijn.

Hoe zijn leven er ook verder uit zou komen te zien.

 

Zou Hij ook Gods Zoon blijven óók als Hij niet zo goed zou voelen:

als Hij zonder brood zou zijn, zonder geld en zonder macht;

zou Hij ook Gods Zoon blijven als Hij honger lijdt en er slecht aan is,

als Hij net als wij, mens zou zijn en niet God,

wel kind van God, maar niet de Vader zelf …

 

Zou Hij álles durven ontvangen uit de hand van de Vader,

Het goede en het kwade, zonder de Vader daarbij zélf los te laten?

Zou Hij door dik en dun trouw blijven als kind van God?

Daar, zegt het evangelie, wordt Jezus in de woestijn op beproefd.

Het verhaal zegt ook dat Jezus de beproevingen doorstond,

en dat Hij, in kracht van Gods Geest, verder leefde

en de blijde boodschap die Hij had gehoord,

 

Jij bent mijn Zoon, mijn beminde.

 

de rest van zijn leven aan alle mensen verkondigde.

 

Ook aan ons verkondigt Hij die boodschap van de Vader:

 

jullie zijn mijn Zoon, mijn Dochter, mijn beminde.

 

Als wij met Jezus ja-zeggen op die blijde boodschap:

dan zullen ook wij, net als Hij worden beproefd.

Of ook wij ons aan de Vader toevertrouwen,

ongeacht hoe ons leven er ook uit zal zien.

Of ook wij ons door dik en dun laten leiden door de Vader – of niet.

 

Blijven wij Hem trouw, als onze conditie achteruit gaat?

Vertrouwen wij ons aan Hem toe, als het stiller wordt om ons heen,

wanneer steeds meer familieleden en bekenden wegvallen?

Als ons geheugen het meer en meer laat afweten,

als we lichamelijk meer en meer afhankelijk worden,

en gaandeweg het leven ons ontglipt?

 

Net zoals bij Jezus is de beproeving bij ons,

dat we kost wat kost greep willen houden op ons leven:

dat we bij honger van stenen brood willen maken;

dat we bij het ouder worden onze zelfstandigheid gaan aanbidden,

dat we ons opsluiten in onszelf en ons niet toevertrouwen aan God.

 

Dat we verbittert raken of depressief over ons leven,

en dat we onszelf en elkaar maar voorhouden:

een God die mij laat aftakelen, die hoeft voor mij niet!

 

Maar: zijn we in onze laatste levensfase

dan minder een beminde Zoon of Dochter van God?

Zou Hij meer van jongeren houden, dan van ouderen?

Bemint Hij ons minder vandaag dan dat Hij vroeger deed,

toen we van alles nog zelf konden en volop in het leven stonden?

 

Of geeft Hij ons nu juist de kans om contact met Hem te maken.

Nu we voelen dat wij kwetsbare en sterfelijke mensen zijn,

kan ons verlangen gewekt worden om Hem op te zoeken;

om ons opnieuw te laten leiden door zijn Geest,

en de beproevingen op onze levensweg met Hem te doorstaan.

Zoals Jezus deed in die lange tijd in de woestijn.

Hij kwam er krachtiger uit tevoorschijn,

en werd een steun en toeverlaat voor zijn naasten.

 

Dat wij ons met Hem toevertrouwen aan de Vader,

die ons nooit loslaat en altijd trouw blijft

en blijft zeggen:

 

Jij bent mijn Zoon, mijn Dochter, mijn beminde.