Categorie archief: Overweging

Overweging van zondag 14-10-2018 door p. Tom Buitendijk

Van harte welkom in deze viering.
Wat is voor u het belangrijkste in het leven? Waar gaat u voor?
Waar wordt u ten diepste gelukkig van ?
Is gezondheid het allerbelangrijkst? Of is het rijkdom en bezit?
Of is het macht en aanzien?
Als christen zou ik willen zeggen: meebouwen aan het Rijk van God op aarde!
Maar op het moment dat ik het zeg merk ik toch ook dat ik met andere dingen bezig ben.
De vraag naar: waar leef ik voor ?, houd mij lang niet altijd bezig.
Eerlijk gezegd: te weinig. Ik weet natuurlijk niet hoe het met u is. Maar….
De lezingen van vandaag zetten ons wel op dit spoor.
Willen we een ogenblik stil worden en bidden om Gods ontferming.

Overweging
We kennen het verhaal als het verhaal van de rijke jongeman.
We zouden het ook kunnen noemen: het verhaal van een mislukte roeping? Of doen we de jongeman daarmee te kort?
Jezus begon van hem te houden, wilde hem graag opnemen in zijn kring, maar de man bezat vele goederen en kon die laatste stap niet zetten. Jezus hield van de man omdat hij een hele goede vraag stelde:
Wat moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?

Is het een vraag die wij onszelf ook nog wel stellen?
Wat verstaan wij onder eeuwig leven?
Wij vertalen die vraag al heel gauw naar: hoe kom ik in de hemel?
Maar straks zal Jezus spreken over binnengaan in Gods Koninkrijk.
Is dat hetzelfde als de hemel?
Het Koninkrijk Gods begint nu al en wordt voltooid in de toekomstige wereld. Het eeuwige leven begint hier op aarde, onder ons mensen.
We moeten niet te gauw hemels denken en daarmee de aarde vergeten.

Als wij nu eens naast die man gaan staan en zijn vraag tot de onze maken…. zou Jezus ons dan liefdevol aankijken?
We weten niet waarom die man het eeuwige leven zocht.
Hij was heel rijk, dat wel. Tocht miste hij iets. Wat dan?
Misschien was hij niet echt gelukkig; was het leven hem te oppervlakkig, zonder diepgang. Misschien ook besefte hij dat je met al je geld niet verzekerd bent van waardevolle en liefdevolle relaties. Mensen vonden hem heus wel aardig om zijn geld. Vonden ze hemzelf een aardige en fijne man? Misschien was hij één brok onzekerheid. Ik hèb alles maar bèn ik ook iemand?

Hebben wij een reden om zo’n vraag naar het eeuwige leven te stellen?
De vraag is een vraag naar de kwaliteit van leven.
Leef ik echt zo dat ik het beste in mij naar boven haal
en dat ik voor anderen ten volle en oprecht een medemens bèn?
Durf ik zoals ik nu ben voor God te verschijnen?

Jezus vraagt de jongeman en dus ook aan ons: heb je de geboden onderhouden? Opvallend: Jezus noemt niet het gebod van de liefde en de eerbied voor God. Hij vraagt allen maar of wij de geboden onderhouden die de betrekkingen van mens tot mens regelen.
Hebben wij geen fouten en tekorten in ons omgaan met elkaar?
Heel eerlijk zegt de man: ik heb ze stipt onderhouden. Ik schiet in niets tekort.

Als dat zo is, zegt Jezus, dan moet je vier stappen verder zetten:
je bezit verkopen, weggeven aan de armen, terugkomen en dan mij volgen. Je moet je rijke leven los laten om het waarachtige en eeuwige leven te ontvangen. Nodig is dat je méér doet dan wat verplicht is, afgesproken is, gewoon en vanzelfsprekend is. Je bent géén slecht mens; je kúnt een heel goed mens worden.

De eerste stap – verkoop van bezit – bleek de moeilijkste
zodat er nooit een vierde stap – navolging van Jezus kwam.
Jezus keek de man liefdevol aan. Misschien heeft de man altijd dankbaar en met vreugde op dat moment teruggekeken. Misschien is hij toch wel een ander mens geworden? Wij weten het niet.
Wat we wel weten is dit: het is ook voor ons een onmogelijke opgave om ons bezit prijs te geven en uit te delen.
Wij schrijven heus wel een girootje uit voor Sulawesi of stoppen straks geld in de collecte voor dat zwaar getroffen eiland. Maar alles weggeven kan niet. Wordt dat dan wel aan ons gevraagd? Het was de roeping van deze man! Daarmee hoeft het nog niet onze roeping te zijn!

Wat wordt dan wel van ons gevraagd? In ieder geval dit: onze veiligheid, onze zekerheid en ons geluk niet te zoeken in geld en goed.
Dat gaat allemaal voorbij en heeft niet de kwaliteit van ons leven te verdiepen. Wat wèl kwaliteit heeft om ons leven een vleugje eeuwigheid mee te geven, zijn onze relaties met medemensen.
Hoe gaan wij met mensen om die mensen zijn zoals ik mens ben?

Actueel: In Sulawesi zijn duizenden doden. Het zijn de levenden die nu eten nodig hebben en een dak boven het hoofd. Als wij in die ellende zaten, zouden we geholpen willen worden! Helpen wij hen zoals wij geholpen zouden willen worden? Niemand kan een ander verplichten te geven. Maar als jij daar zat ….
Actueel: we hebben bootvluchtelingen niet uitgenodigd hierheen te komen. Moeten wij dan ineens gastvrije mensen zijn en helpen? Het hoeft niet, maar daarom kan het nog wel van je zelf moeten.
Actueel: de thuiszorg doet zijn stinkende best op tijd te komen. Maar als ik nou een beetje handig ben, kan ik ook wel de buurvrouw helpen haar kousen aan te trekken. Ik begin er niet aan want dan moet ik altijd. De thuiszorg wordt betaald en ik niet. Of help ik haar toch maar.
Actueel: we hebben een mooie parochie die gedragen wordt door vrijwilligers. Mezelf te binden om bijv. op zondagen koster te zijn, dat doe ik niet. Ik betaal liever iets meer kerkbijdrage. Geeft geld léven aan een gemeenschap? Dat doen toch mensen!

Dit soort keuzes hebben te maken met: de ander belangrijker vinden dan mij zelf. Met mijzelf prijsgeven om de ander ter wille te zijn. Met meer doen dan strikt nodig is. Met mezelf geven in toewijding en aandacht aan de mens die mij aankijkt.

Hoe kan ik het eeuwige leven verwerven is een vraag naar de kwaliteit van ons leven met elkaar? Zouden we de manier van leven zoals ik nu leef al Koninkrijk van God durven noemen? Een spel van menselijke betrekkingen waarin we elkaar opbouwen tot een gemeenschap waarin recht gedaan wordt aan iedere mens en iedere mens in vrede kan leven?
Als wij die vraag naar de kwaliteit van leven van binnenuit stellen kijkt Jezus ook ons liefdevol aan. En in die blik lezen wij dan helder en klaar onze roeping: “doe dit als je mij wilt volgen”.
Waartoe roept Hij ons ? Denken we daar in stilte over na.

Overweging van zondag 31-10-2018 door pastor Leon Teubner

Presentatieviering vormelingen

 

Het thema van de viering vandaag is:

Wij horen erbij!

Door het Vormsel te willen ontvangen,

zeggen jullie: Wij willen erbij horen.

 

Erbij horen!

Dat is precies waar het bij de leerlingen van Jezus

vandaag ook over gaat.

 

Zij zien anderen hetzelfde doen als zij

– iemand genezen in Jezus’ naam.

Maar die anderen zijn onbekenden voor de leerlingen.

Daarom verhinderen zij hen om ook mensen te helpen,

want ze horen er volgens de leerlingen niet bij.

 

En als ze weer bij Jezus teruggekomen zijn,

vertellen ze hem triomfantelijk wat ze hebben gedaan.

Maar Jezus is niet blij,

want zijn leerlingen hebben niet in de gaten

dat zij iets afschuwelijks hebben gedaan.

 

Zij hebben andere mensen buitengesloten.

Zij hebben hen a.h.w. weggesneden uit hun midden.

Die andere mensen die ook goed doen,

maar die zich niet bij de leerlingen aansluiten en hen niet volgen,

die horen er volgens de leerlingen niet bij.

 

Die moet je wegsturen. Weg ermee!

En dat vindt Jezus afschuwelijk.

Daarom houdt Hij hen een spiegel voor

die net zo afschuwelijk is als wat zij hebben gedaan.

Hij zegt tegen zijn leerlingen:

 

als jouw hand jou niet volgt en doet wat jij wil,

hak die dan ook maar af.

En als jouw voet jou niet volgt en doet wat jij wil,

hak die dan ook maar af.

En als jouw oog jou niet volgt en doet wat jij wil,

werp die dan ook maar weg.

Wat je een ander aandoet,

dat zul je ook jezelf aandoen.

 

Eigenlijk zegt Jezus met zoveel woorden

waar het in de hele Bijbel over gaat:

Wat jij niet wilt dat jou geschiedt,

doet dat ook een ander niet.

Dat is de hele Bijbel in één zin:

Wat jij niet wilt dat jou geschiedt,

doet dat ook een ander niet.

 

Zo opent Hij zijn leerlingen de ogen.

Zij begrijpen nu:

Je zult niet een ander wegsnijden uit je midden,

net zomin als je je hand, voet of oog

zult wegsnijden van je lichaam.

 

Ze hebben het nu begrepen.

Iedereen hoort erbij, zoals ook jullie vormelingen erbij horen.

En ook alle mensen die jullie in je leven tegen zult komen

– ook die horen erbij.

 

Want ook zij worden door God geschapen en aan jullie gegeven.

En wat God op elkaar betrekt, dat zal een mens niet scheiden.

 

Jezus is eigenlijk heel laagdrempelig

als het gaat over wie erbij horen:

Wie niet tegen ons is, is voor ons.’

 

Ook niet-gedoopten, ook anders-gelovigen,

ja zelfs al iemand die jou een bekertje water geeft.

Laten we dus net als Jezus proberen te kijken met de ogen van God:

naar onszelf, naar de ander en naar al wat Hij ons geeft,

en met God zeggen: Zie, het is zeer goed!

 

Die woorden hebben jullie de afgelopen week

gelezen in het Scheppingsverhaal.

En van dat verhaal hebben jullie een prachtig schilderij gemaakt.

En daaruit blijkt dat jullie dat woord van God hebben begrepen.

 

 

Overweging van zondag 2 sept 2018 door pastor Leon Teubner

Waarom gedragen uw leerlingen zich niet

volgens de overlevering van de voorvaderen?

 

Met deze vraag roepen enkele Farizeeën en Schriftgeleerden

Jezus als leraar en als één van hen, ter verantwoording.

Want zijn leerlingen houden zich niet aan hun overlevering,

en Jezus onderricht zijn leerlingen dus niet goed in hun ogen.

 

Blijkbaar hecht Hij niet zoveel waarde aan de overlevering.

De Farizeeën en Schriftgeleerden echter wel.

Zoveel zelfs, dat ze Jezus opzoeken

en Hem daarmee indringend confronteren.

 

Waarom gedragen uw leerlingen zich niet

volgens de overlevering van de voorvaderen,

maar eten zij met onreine handen?

 

Bij ‘wat overgeleverd wordt’ kunnen we denken

aan regels en normen, aan de heersende mores.

Zoals hier: je zult je handen wassen voor het eten.

 

Van generatie op generatie worden normen en regels overgeleverd,

maar door de tijd heen zijn zij wel aan verandering onderhevig.

En zij verschillen ook van cultuur tot cultuur.

 

Vroeger mocht een leraar een leerling een klap geven,

nu niet meer.

Maar in veel andere culturen is dat nog heel gewoon.

Vroeger was overal roken heel gewoon,

nu vinden we dat roken alleen nog maar kan op speciale plekken.

 

Wat de voorvaderen overleveren aan normen en regels,

moet door elke nieuwe generatie opnieuw heengaan,

en wordt aangepast aan de inzichten en noden van de nieuwe tijd.

 

Maar het gaat hier wat Jezus betreft niet om normen en regels

waar hij anders tegenaan zou kijken, of die zou willen veranderen.

Het gaat Hem erom welke waarde deze hebben of moeten hebben,

in het licht van het alledaagse leven van mensen met God.

 

Zijn reactie op de vraagstellers is onverwacht scherp:

 

Huichelaars!

 

Jullie laten het gebod van God varen

en houden vast aan de overlevering van mensen.

Mensenwet is wat jullie leren.

Dit twistgesprek is een gesprek onder leraren.

Jezus is een rabbi die leerlingen onderricht,

en zo doen ook de Farizeeën en Schriftgeleerden.

En het gaat daarbij om het onderricht in de relatie met God.

 

Wat hier in onze cultuur allang gescheiden is,

de opvoeding thuis en op school,

én het geloofsonderricht over de relatie met God,

dat is in Jezus’ tijd nog één en hetzelfde.

 

Alle spreken en zwijgen, denken en doen van de mens

werd toen beoordeeld binnen de relatie van die mens met God.

Elke gelovige mens leefde in het besef te staan voor Gods gelaat,

en moest van daaruit ook zuiver leven, en God welgevallig zijn.

 

In die zin is de vraag van de Farizeeën en Schriftgeleerden:

niet vreemd en zeker gelegitimeerd t.a.v. deze collega rabbi.

Opvallend scherp is wel Jezus’ reactie op hun vraag:

 

Huichelaars!

Jullie laten het gebod van God varen

en houden vast aan de overlevering van mensen.

 

Die scherpte is er om de vraagstellers flink wakker te schudden.

Om hen te laten zien wat er feitelijk in hun dagelijks leven gebeurt.

In Jezus’ ogen staat hun relatie met God op het spel.

 

Met al hun aandacht voor de overlevering van de voorvaderen,

is ongemerkt hun aandacht verschoven van het gebod van God,

naar de door mensen gemaakte normen en regels.

 

Mensenwet is wat jullie leren.

 

Dat is wat Jezus hen hier voorhoudt.

Het hart van de overlevering –

d.i.: de relatie met God in het dagelijks leven,

is in zijn ogen daaruit verdwenen.

 

De mensen leven wel in relatie met hun naasten,

maar die relaties worden vooral bepaald

door de normen en regels van de cultuur,

door de wetten van mensen, i.p.v. de wijzing van God.

 

Jullie laten het gebod van God varen

en houden vast aan de overlevering van mensen.

 

Opvallend is, dat er niet staat: de geboden van God – maar hét gebod.

Jezus spreekt hier niet voor dovemansoren.

Hét gebod van God – dat is het grote liefdesgebod,

waaruit alle wijzingen, regels en normen voortvloeien:

 

Hoor Israël, de Heer jullie God, de Heer is de Enige.

En je zult de Heer je God beminnen met heel je hart,

met heel je ziel en met heel je vermogen.

 

Dit grote liefdesgebod vat héél de Schrift samen.

En het begint niet met: je zult beminnen, maar met: Hóór.

Het beminnen vloeit a.h.w. uit het horen naar God als vanzelf voort.

Door werkelijk naar God te horen – die liefde is,

ga je als vanzelf God beminnen, en je naaste en jezelf.

 

En uit dit liefdevolle horen vloeien dan als het goed is,

weer de juiste normen en regels voort

die een menswaardige samenleving mogelijk maken.

Een gemeenschap waarin mens en God samen door het leven gaan

en waardoor zijn koninkrijk gestalte kan krijgen.

 

Wie oren heeft die hore!

 

zegt Jezus tot de Farizeeën en Schriftgeleerden.

Want alleen zo kan de Vader in ons werken,

en kunnen wij de werken van de Vader doen.

 

Maar hoe is het nu met ons gesteld, met mij en met u?

Leven wij wél elke dag in en vanuit het besef

dat God in ons woont en door ons heen wil werken?

 

Is ook ons leven vaak niet geheel gevuld

met zelf en op eigen kracht zo goed mogelijk proberen te leven,

en wel binnen de normen en de regels welke onze samenleving

en onze cultuur aan ons overleveren?

 

Is ook bij ons niet het hart verdwenen van die God die liefde is –

en is zijn plaats ingenomen door de regels van de economie,

de productiviteit en de beheersbaarheid van de samenleving?

Hebben die de macht niet overgenomen in onze cultuur?

 

Wat is het toch moeilijk om te leven in het vertrouwen dat God in ons werkt!

Een Belgische karmeliet omschreef het ooit eens heel kernachtig aldus:

“Het is gemakkelijker om viool te spelen voor God, dan om een viool te zijn in zijn handen.”

Dat wij net als J. het aandurven ons aan te bieden als een prachtig instrument in zijn handen.

Overweging van zondag 19-8-2018 door p. Tom Buitendijk

 

Woord van welkom.

Fijn dat U weer gekomen bent om Eucharistie te vieren en om samen te luisteren naar Jezus’ woorden in het Johannesevangelie. Het gaat om moeilijke woorden die we eigenlijk alleen in geloof en vertrouwen kunnen verstaan. Bidden wij zingend om Gods ontferming opdat wij geschikt worden om deze viering met een open hart te beleven.

 

Openingsgebed

Goede God, u nodigt ons uit te delen in de maaltijd van brood en wijn, begin van het eeuwige leven. Geef ons het geloof en vertrouwen dat Jezus ons laat delen in zijn eigen leven en dat Hij leven wil in ons. Dat wij in Hem en door Hem mensen worden ten dienste van elkaar. Door Christus onze Heer.

 

Gebed over de gaven.

Goede God in brood en wijn gedenken wij hoe Jezus vlees en bloed voor ons wil zijn. Hij heeft uit liefde zijn leven gegeven opdat zijn kracht ons zal doen leven. Maak ons door deze maaltijd geschikt voor het gastmaal van het eeuwige leven. Amen

 

Slotgebed

Goede God, in brood en wijn hebben wij Jezus uw Zoon ontmoet. Mogen wij door deze ontmoeting met Hem groeien in geloof en vertrouwen dat U ons altijd nabij bent. Maak ons sterk in dienstbaarheid aan elkaar zodat uw Rijk kan groeien op aarde. Door Christus onze Heer.

 

Overweging

In de afgelopen weken hebben we telkens over ‘brood ‘gesproken. Het brood om je honger te stillen. Het brood als geestelijk voedsel: de wil van God om naar te leven. Het brood van het samen delen om in vrede te leven. Het brood van je aan elkaar toevertrouwen in dienstbaarheid. Het brood van de zelfgave.

 We hoorden Jezus ook zeggen: ik bèn het brood van eeuwig leven. Jullie moeten niet alleen vàn mij eten.  Jullie moeten mij zelf eten. Hoe meer Jezus zegt: “Ik bèn jullie brood “,  des te minder begrijpen zijn toehoorders wat hij hen aanbiedt. Nu moeten wij niet doen alsof wij het wel begrijpen.
Als wij alleen al maar zouden begrijpen dat wij  in Jezus ‘geest voor elkaar broodnodig zijn, dan zou onze samenleving heel wat minder ik – gericht, minder egoïstisch en minder individualistisch zijn.  Er zijn steeds meer signalen te zien in de samenleving dat individualisme leidt  tot  spanningen, tot eenzaamheid en zelfs tot zelfdoding. Ook onder jonge mensen.
Jezus maakt het zijn toehoorders en daarmee ook ons,  nog moeilijker. Hij zegt: het brood dat ik zal geven is mijn vlees ten bate van het leven van de wereld.  Sterker nog: hij nodigt ons uit zijn vlees te eten en zijn bloed te drinken.
Als wij Hem eten en drinken blijft Hij in ons en wij in Hem.
Jezus biedt aan om Hem  in ons leven te laten delen;  Hij wil deel uit maken van ons  leven;  Hij wil als vlees en bloed in ons leven. De joodse toehoorders vragen zich af:  Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?
Laten wij ook hier niet denken dat wij wèl begrijpen wat de joden niet begrepen.  Waar denkt u aan als u aan vlees denkt ? Wat weet u van vlees? De slimste mens!  Vroeger dacht ik : slager – karbonade – gehakt – pas.
Tegenwoordig denk ik : dierenleed- vegetarisch eten – bio-industrie – af en toe – pas. Zouden de joodse mensen gedacht hebben: Jezus bedoelt dat vlees eten letterlijk! ? Dat lijkt mij niet.  Volgens de joodse wet mogen mensen wel vlees eten, maar niet met het bloed er nog in.  Bloed is het levensbeginsel.
Wij kunnen andermans leven niet leven. Maar Jezus zegt nu juist: mijn bloed  – het levensbeginsel  – is echte drank. “Leef mijn leven”,  zegt  Hij. Daarmee maakt Jezus het nog moeilijker om zijn woorden te verstaan. We zouden kannibalen zijn als we het letterlijk zouden verstaan.
Maar als we het alleen maar geestelijk zouden verstaan, dan doen we Jezus te kort die duidelijk zegt: mijn vlees is ècht voedsel en mijn is bloed èchte drank!
We stoten hier op woorden van Jezus die we nooit ten volle zullen begrijpen. Woorden die tòch een werkelijkheid aanduiden die voor ons betekenis heeft.
Jezus’ woorden –  Jezus’ brood – Jezus vlees en bloed  schenken ons het eeuwige en waarachtige leven. Dit is het Geheim van het Geloof. Na de consecratie belijden wij : “ Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.” In brood en wijn, in vlees en  bloed, deelt Jezus’ zijn sterfelijk bestaan uit. Opdat wij daarin delen en geestelijk zullen groeien en leven. Wij leven van zijn dood, van zijn zelfgave in vlees en bloed op het kruis.  Jezus die ten dode toe leeft…. en leeft op in ons.
Jezus stierf niet zomaar. Zijn dood was een politieke moord, een uitgelokte executie, een doelbewuste poging om hem uit de weg te ruimen.  Jezus’ dood was het antwoord van zijn tegenstanders toen Hij sprak over Gods liefde, over Gods liefde voor mensen die in Hem vlees en bloed is geworden.  Dat in deze mens Gods liefde een menselijk gezicht kreeg, weigerden zijn tegenstanders te geloven. Zij vertrouwden zijn woorden en werken niet.
Als u zegt : ik ken de losse woorden allemaal wel, maar ik begrijp de verbanden niet, dan hebt u helemaal gelijk. Het is ook niet te begrijpen dat iemand zichzelf zo helemaal weg geeft  – vlees en bloed –  dat wij daardoor het leven van hem kunnen leven.
Toch zijn er voorbeelden die ons aan het denken kunnen zetten.
Afgelopen maandag keek ik naar het programma “ Kijken in de ziel”. Het was na “De slimste mens”.  Het ging over abortus. Als de medische complicatie zo is dat de moeder moet sterven of het kind, wie moet je dan kiezen?
Vanzelfsprekend de moeder, zeiden sommigen. De oerkatholieke zuster Anima Christi zei het zo:  “Je zou van de moeder de heroïsche daad kunnen vragen zelf te sterven en het nieuwe leven een kans te geven”.
Dat klinkt anders dan: de officiële leer van de kerk zegt…..
Hier gaat het om de moed om lief te hebben…. liefde voor het leven.    

Op 14 augustus was de gedachtenis van Maximliaan Kolbe. Deze minderbroeder was gevangene van Auschwitz. Zoals iedere morgen was er een appèl. De SS commandant zocht een aan aantal gevangenen uit voor de hongerbunker.
Een man riep uit dat hij zijn twee kinderen toch niet alleen kon laten.  Maximilaan stapte uit de rij naar voren en zei: “Ik ben een katholieke priester; ik wil sterven voor die man. Ik ben oud; hij heeft een vrouw en kinderen… ik heb niemand.”
De commandant aanvaardde het aanbod. Op 31 juli 1941 ging de pater met een groep andere mannen de hongerbunker in. Op 14 augustus leefde er nog vier van hen. Een dokter haalde ze er uit en gaf hun een dodelijke injectie. Maximilaan was 47 jaar. Door de gaven van zijn vlees en bloed hebben de vader en twee kinderen het leven.
Aan de grenzen van dood en leven moeten wij niet praten met woorden als:  dat mag wel ; dat mag niet ; dat is verboden.
Jezus’ dood aan het kruis had dan wellicht ook niet gemogen.

Maar doordat wij zijn dood in brood en beker gedenken, leeft Hij in ons en leven wij door Hem.In de Eucharistie geeft Jezus ons in brood en wijn ‘ zijn vlees en bloed’ .
Niet letterlijk natuurlijk ,maar ook niet alleen geestelijk. Hij geeft het ons daadwerkelijk.  In iedere Eucharistie groeit de liefde van God in ons leven. Wij mogen die uitdragen in de wereld. In ons leven komt aan het licht hoe Gods liefde in ons werkzaam is. Wij zijn geen helden…… maar het kan ons ooit gevraagd worden wel heldhaftig te zijn.  Hoe groot is dàn ons vertrouwen dat Jezus ons nabij is, dat Hij in ons leeft?

 

Pastor: Goede God, in Jezus bent u met ons allen verbonden.              Luister naar onze gebeden en verhoor ons.

 

Lector

Wij bidden voor de christenen die volhouden christen te zijn in landen waar het geloof wordt onderdrukt en vervolgd. Voor hen die als martelaren voor hun geloof sterven. Dat zijn voor ons bron van inspiratie zijn ; dat wij hen niet vergeten.

Laat ons bidden:

 

 

Lector

Wij bidden voor de vele landen  waarin mensen honger lijden vanwege droogte, misoogsten en oorlogsgeweld. Geef ons hier honger naar gerechtigheid opdat wij van onze overvloed leren delen.

Laat ons bidden.

 

Lector

Wij bidden voor onze parochiegemeenschap: voor Daniel Staal en Elise Tode die vanmiddag het heilig doopsel zullen ontvangen. Dat zijn opgroeien tot blije christenen.  Voor de zieken: thuis, in het ziekenhuis en verpleeghuis. Om beterschap en om overgave aan God wil. Voor de vakantiegangers: om een fijne tijd en om behouden terugkeer. Voor onszelf: dat wij groeien in geloof en liefde.

Laat ons bidden.

 

Pastor

God vervult ons met het vertrouwen dat U ons nabij bent als wij naar u zoeken. Doe ons uit zien naar uw Rijk en naar het eeuwig leven. Amen.

 

Overweging van zondag 12-8-2018 door p. Tom Buitendijk

Woord van welkom

 

Van harte welkom in deze viering. We hebben dagelijks brood nodig. Brood om van te leven. Maar brood is méér dan alleen het stillen van lichamelijk honger. Brood is ook leven gevend. Vandaag horen we dat Jezus zichzelf noemt:    brood des levens, brood  van eeuwig leven. Het brood dat Jezus voor ons wil zijn ontvangen we in de Eucharistie. Dit heilige brood vraagt er om om met eerbied en liefde ontvangen te worden.

Willen we  als voorbereiding daarop bidden om Gods ontferming over ons.

 

Openingsgebed

God, Vader in de hemel,

U hebt uw Zoon aan ons gegeven als brood van eeuwig leven.

Versterk en vermeerder ons geloof in zijn aanwezigheid

wanneer wij Zijn Brood met elkaar breken en delen.

Mogen wij Hem ontvangen als voedsel op onze levensweg naar U toe.

Dit bidden wij U door  Christus onze Heer.

 

Gebed over de gaven

God dit brood en deze wijn bieden wij aan.

Mogen zij door uw Geestkracht geheiligd worden

tot Lichaam en Bloed van onze heer Jezus Christus

die in ons midden komt.

Dit bidden wij U door  Christus onze Heer.

 

Slotgebed

God op onze  levensweg naar u toe nodigt u ons uit

om in de Eucharistie kracht op te doen tot vol menselijk leven.

Mogen wij door uw Zoon gesterkt leven ten dienste van elkaar  en zo uw liefdevolle aanwezigheid in deze wereld zichtbaar maken.

Dit bidden wij U door  Christus onze Heer.

 

Overweging

 

Een mevrouw vroeg aan haar nieuwe interieurverzorgster  – een mooi woord voor werkster – om het dressoir af te stoffen. Met een zwaai van de stofdoek veegde het meisje het beetje stof dat er lag, weg. Maar per ongeluk nam ze ook een fotolijstje mee dat op de grond viel. “  Doe niet zo ruw! Je laat mijn moeder op de grond vallen”,  zei de mevrouw. Het meisje keek verbaasd op en zei: “ Gelukkig is het niet kapot. Maar het is toch niet uw moeder?  Het is toch maar een plaatje”.  “Het is wèl mijn moeder “, zei de mevrouw bozig ,” en daar moet je netjes mee omgaan”.  Viel er nu een moeder of alleen maar een fotolijstje?
Soms zie je bij een foto van een overledene bloemen of een kaarsje. Zet je die nu neer bij een plaatje of een bij een persoon?
De vorige zondagen, vandaag en nog twee zondagen verder lezen we uit de zogenaamde broodrede van Johannes.  Het begint met het verhaal van de broodvermenigvuldiging.  Jezus stilt de lichamelijke honger van de mensen.  Maar hij voedt hen geestelijk door zijn onderricht. De wil te doen van de Vader: dat is waardoor mensen leven.  God wil dat mensen zich inzetten voor gerechtigheid, voor vrede en liefde.
Daar léven mensen van.  De honger naar gerechtigheid is groter en gaat dieper dan de lichamelijke honger. Wij léven echt en waarachtig waar we het leven met elkaar delen.  Daarvoor zet Jezus zich in: dat mensen op zo’n manier met elkaar leven dat je zou kunnen zeggen: “ zij zijn brood voor elkaar”.
De betekenis van het woord brood verschuift: brood dat de honger stilt ; brood als de wil van God die ons leven doet; brood van de  gerechtigheid; het brood dat mensen voor elkaar zijn wanneer zij elkaars leven delen in liefde en in vrede.
Nu zou je kunnen zeggen: deze beeldspraak is genoeg. We komen ’s zondags in de kerk om het verhaal te horen hoe God met mensen omgaat. Hoe God wil dat mensen met elkaar om gaan. Als teken hiervan breken en delen we brood. Niet om de honger te stillen, maar om te laten weten dat we elkaars leven willen delen.
Eucharistie is samen aan tafel gaan om kracht op te doen voor het dagelijks leven en om in de geest van Jezus goed te zijn voor elkaar. Deze betekenis van brood is voor ons begrijpelijk. Je kunt er als het ware met je verstand bij.
Maar Jezus gaat verder. De beeldspraak van het brood als je inzetten voor een beter leven met elkaar wordt een persoonlijke werkelijkheid. “Ik ben het brood dat leven geeft”, zegt Jezus. De nadruk ligt niet meer op het woord brood, maar op het woord ik. “ Ik – in eigen persoon – ben het brood dat leven geeft. Ik ben brood dat uit de hemel neerdaalt. Ik ben brood van Godswege.” De joodse toehoorders van Jezus begrijpen precies wat Jezus bedoelt. Ze begrijpen dat Jezus zegt: “ de mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat komt uit de mond van God. Mijn woorden en mijn levenswijze zijn brood van uit de hemel. Mijn woorden en mijn levenswijze worden concreet in het brood dat ik voor jullie ben. Dat brood ben ik zelf in eigen persoon.”
De joodse toehoorders zeggen: “We zien alleen maar de zoon van Jozef, een mens als wij.  Hoe kunnen wij in Hem zien dat Hij van God afkomstig is?” Jezus antwoord aan de Joden is hetzelfde als aan ons: “ Wie gelooft ziet in Mij het brood van het nieuwe en eeuwige leven. Wie gelooft dat in mijn woorden en in mijn levenswijze God zichtbaar wordt, heeft eeuwige leven.
Wie Mij in geloof wil ontvangen als brood uit de hemel, deelt in het eeuwige leven.” In het brood van de Eucharistie is Jezus in eigen persoon aanwezig.
Terug naar het eerste verhaal: is de foto die het meisje op de grond laat vallen nu de moeder of slechts een plaatje van de moeder? Voor wie lief heeft is het antwoord duidelijk.
Is het brood van de Eucharistie een stukje brood of ontmoeten we in het brood de persoon van Jezus als brood van eeuwig leven?  Voor wie gelooft is het antwoord duidelijk. Dit brood is voor wie gelooft een werkelijk teken van Jezus’ aanwezigheid.
Eucharistie is méér dan het brood van Jezus met elkaar delen. Het is een persoonlijke ontmoeting met Jezus.  Daarom vraagt het brood van de Eucharistie om zorgvuldige en eerbiedige omgang. Het is niet zomaar brood of een broodje. Het is het brood waarin Jezus persoonlijk aanwezig is.  Wij verkondigen het Mysterie van het geloof. Voor het verstand onbegrijpelijk. Voor het geloof een diepe werkelijkheid.
In de eerste lezing over de profeet Elia hoorden we twee maal zeggen: “Sta op en eet.”  Gesterkt door dat voedsel – brood en water – kan Elia de reis aan naar de  berg Horeb.  Daar zal Elia God  ontmoeten die hem nieuwe opdrachten geeft.
Elia is gedeprimeerd; ziet het niet meer zitten; weet niet wat voor zin zijn leven nog heeft. “ Sta op en eet”, spreekt de engel. Deze uitnodiging  “Sta op en eet” klinkt ook in iedere Eucharistieviering. Voor veel mensen is het leven niet vanzelfsprekend mooi en goed. Iedereen krijgt in zijn leven te maken met  verdriet, tegenslag, ziekte, lijden en dood. Ons menselijk bestaan is een gebroken bestaan. Juist dan klinkt de boodschap: “Sta op en eet! Ontmoet in het  brood van Jezus zijn persoonlijke aanwezigheid voor jou.”  Hij wil jou van Godswege nabij zijn met zijn troost en genezing, met zijn hulp en kracht, met de vernieuwing van jouw leven.
Wie het brood eet dat Jezus is, kan het leven beter aan. Je wordt er een sterker mens van. Bidden wij dat wij groeien in het  geloof en dat wij daardoor mensen worden die sterk en krachtig in het leven staan.  Amen.

Voorbede

Pastor

Bidden wij tot God onze Vader opdat Hij ons de kracht geeft om te leven in gerechtigheid, liefde en vrede.

 

Lector

Wij bidden voor onze parochie. Dat wij groeien in het geloof in de Eucharistie en daardoor sterker worden in liefde en toewijding aan elkaar.

S t i l t e   Laat ons bidden.

 

Lector

Wij bidden voor mensen die geconfronteerd worden met ziekte, lijden en dood. Dat zij door de Eucharistie gesterkt worden het leven aan te kunnen. Sterk in hen het geloof dat Jezus ons leven vernieuwt tot eeuwig leven.

S t i l t e   Laat ons bidden.

 

Lector

Wij bidden voor ons zelf. Dat wij op de uitnodiging “Sta op eet” ingaan. Dat wij door deelname aan de Eucharistie onze opdrachten en taken in ons leven met meer zorg en toe wijding kunnen vervullen.

S t i l t e   Laat ons bidden.

 

Pastor

God wij danken U  voor uw aanwezigheid in ons midden. Mogen wij daardoor ten volle leven en eens de dood overwinnen om als nieuwe mensen te delen in uw heerlijkheid.
Door Christus onze Heer. Amen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

overweging van zondag 5-8-2018 door p. Tom Buitendijk

 

Welkom in deze viering.

Vorige week hoorden we het verhaal van de wonderbare brooduitdeling.  Teken van God zorgzame liefde. Jezus nodigt de menigte uit in Hem te geloven. Als mensen leven in Jezus’ Geest dan geven wij  handen en voeten aan Gods liefde. Jezus’ levenswijze is  brood van eeuwig leven. Verstaan wij deze woorden en willen in die Geest leven? Bidden wij zingend dat God zich over ons ontfermt.  

Openingsgebed

Goede God,

wij zoeken u vaak vanuit onze eigen noden en verlangens. Maar U toont uw zorgzaamheid anders dan wij denken. U schenkt ons in Jezus het brood van het eeuwige leven.  Leer ons dit teken verstaan en geef ons de moed te leven in zijn geest. Dan zal het ons nooit aan iets ontbreken. Dit bidden wij U door Christus onze Heer. Amen.

 

Gebed bij de offerande

Goede God,

Met brood en wijn bieden wij onze inzet aan voor de opbouw van de gemeenschap rond Jezus, uw Zoon. Sterk ons in deze maaltijd met Zijn Geest. Dit bidden wij U door Christus onze Heer. Amen.

 

Slotgebed

Goede God, in deze viering hebben wij het brood van Jezus ontvangen. Brood van eeuwig leven. Mogen wij van Hem vervuld gaan leven voor elkaar zodat er vrede  en eenheid komt in heel onze wereld. Dit bidden wij U door Christus onze Heer. Amen.

 

 

Overweging

 

Manna? Letterlijk : Wat is dat? , vroegen de Israëlieten in de woestijn.

Mozes legde hun uit: “ Dit is het brood dat de Heer u te eten geeft.”

Gods zorgzame liefde is het antwoord op het morren van het joodse volk in de woestijn.  Liever waren ze terug gegaan naar de slavernij van Egypt  dan de moeilijke tocht te volbrengen naar het beloofde land.  Maar ook in de woestijn blijft God zijn volk trouw. God geeft hun het brood uit de hemel….  maar telkens voor één dag.  Wij bidden daarom in het Onze Vader : geef ons heden ons dagelijks brood.

Dat wil zeggen: het brood dat voor vandaag genoeg is om onze tocht naar het beloofde land voor te zetten. Vergeet  dit nooit: Wij leven van vertrouwen. 

De menigte mensen de Jezus zoeken, zoeken eigenlijk niet naar Jezus. Zij zoeken op een makkelijke manier brood te krijgen. Zij zien niet in dat de wonderbare deling een teken is. Een teken van Gods overvloedige liefde.  Zij willen alleen maar méér van het zelfde: méér brood. Jezus daagt hen uit: zoek nu niet naar tijdelijk voedsel, maar ga op zoek naar het voedsel van eeuwig leven.  Manna? Wat is dat dan? vragen ze.
Jezus antwoord: het voedsel van eeuwig leven is:

  • geloven in Mij, –
  • erop vertrouwen dat wie met Mij gaat, een nieuw bestaan ontvangt;
  • mij volgen op weg naar het beloofde land.

Het manna in de woestijn dat Mozes u gaf, is tijdelijk voedsel. Ik wil Brood van eeuwig leven voor jullie zijn.
Nu zouden wij kunnen denken: wat eigenwijs of wat gek dat deze joodse mensen Jezus’ woorden niet begrijpen.  Waarom begrijpen ze Jezus niet als Hij zegt:
“Ik ben het brood des levens. Wie tot Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij  gelooft zal nooit meer dorst krijgen.”  

Blijven we nu even stil staan bij de vraag:
gaan wij zelf wel om voluit te leven naar Jezus toe? Maken wij zijn levenswijze tot de onze; 

  • geloven wij dan wel zo in Hem dat wij ook op moeilijke momenten van ons leven op Hem vertrouwen.

Als ik te midden van de menigte gestaan had, zou ik dan in Hem geloofd hebben? 

Jezus daagt ook ons uit: “ voed je met mijn woord, met mijn manier van leven, leef in mijn geest en gezindheid  Laat mij jouw brood zijn!”. Dat hij het hemelse brood is, betekent dat zijn woord en zijn manier van leven, het hele weefsel van ons leven doordringen.  De vraag aan ons is: is dat zo?  Zijn wij zó doordrongen van Zijn Geest dat wij van Hem leven? Als wij echt uit Hem en van Hem leven, wat betekent dat dan concreet? Jezus’ levensstijl is: – zorgzaam zijn voor elkaar
– solidair zijn met hen die te kort komen
– belangeloos dienstbaar zijn aan hen die onze hulp nodig hebben.

Misschien kunt u daarom  even stil staan bij vragen als:
voor wie ben ik zorgzaam en wie heeft mijn zorg nodig? Zieken. Ouderen.

  • voel ik mij verbonden met mensen die tekort komen? Armen in de stad. Hongerige mensen in vele landen. Slachtoffers van oorlogsgeweld. Kinderen die verwaarloosd worden.
  • ben ik bereid te helpen als ik ergens voor gevraagd word? Vrijwilligerswerk in kerk en samenleving?

Als wij onze inzet voor een mooiere wereld, onze toewijding aan een eerlijke en rechtvaardige samenleving, onze betrokkenheid op mensen in nood in de Eucharistieviering aan God aanbieden, zal Hij ze om vormen tot gaven van eeuwig leven.

Waar mensen in Jezus’ geest brood willen worden voor elkaar, ontstaat er een samenleving die duurzaam is, leefbaar voor ieder mensenkind, kwaliteit van volwaardig menselijk leven heeft.

Niemand leeft voor zichzelf alleen; wij zijn broodnodig voor elkaar. Jezus biedt zich in iedere Eucharistieviering aan als Brood des levens. Als wij ons met Hem voeden worden wij brood van leven voor elkaar. Daar mag u op vertrouwen. Amen.

 

Pastor                 

God uw zorgzaamheid gaat uit naar iedere mens. Hoor ons bidden en verhoor ons gebed.

Lector                 

Wij bidden voor mensen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Dat zij met open hart en handen het brood ontvangen dat Jezus voor  hen wil zijn. Dat zij bereid zijn zichzelf te geven zoals Hij heeft voor gedaan

Stilte  Laat ons bidden.

 

Lector       

Wij bidden voor mensen die zich als vrijwilliger inzetten in kerk en samenleving.

Dat zij gesterkt worden door de kracht van Jezus die in  iedere mens van goede wil werkzaam is. Dat wij  als brood worden voor elkaar.

Stilte  Laat ons bidden.

 

Lector                 

Wij bidden voor mensen die verlangen in hun leven Gods liefde te  ervaren.

Dat zij groeien in de kennis van Jezus die Gods liefde een menselijk gezicht gegeven heeft. Dat wij inzien dat Hij voor  ons broodnodig is..

Stilte  Laat ons bidden.

 

Lector       

Wij bidden voor onze parochiegemeenschap.

Voor de vakantiegangers. Om een ontspannen tijd en om een  behouden terugkeer. Voor de zieken in ons midden. Om goede moed en beterschap.  Voor de jarigen: om gezondheid en gelul. Om verhoring van deze gebeden op voorspraak van Titus Brandsma.

Stilte  Laat ons bidden.

 

Pastor                 

God, u schenkt ons Jezus uw Zoon. Mogen wij Hem ontvangen als Brood dat eeuwig leven geeft en ons gelukkig maakt.  Amen.

 

.

Viering ter gedachtenis aan Titus Brandsma op 26 juli 2018 door p. Tom Buitendijk

Van harte welkom in deze viering.

Op 26 juli 1942 omstreeks 14.00 uur kreeg gevangene Anno Brandsma een dodelijke injectie. Daarna werd zijn schamel overblijfsel met een groot aantal andere lijken verbrand. Er is van deze mens letterlijk niets over. Tot stof en as teruggekeerd. Toch noemen wij Titus een getuige. Getuige van de hel van Dachau. Getuige van de God in wiens Tegenwoordigheid leefde. Als stervende getuigde hij van de liefde van God en van zijn heilige overtuiging dat Gods beeld leeft in iedere mens.

Heer, onze Heer hoe zijt Gij aanwezig.

Gij leeft in alles diep verscholen.

Hoe verborgen God is in ons leven;

Hij blijft genadig met ons bezig.

Moge God zich genadig naar ons toekeren

nu wij ons tot Hem keren met de roep om barmhartigheid.

 

Openingsgebed

Goede God, U woont verscholen in het hart van ieder mens. In daden van goedheid en liefde komt U aan het licht.
Wij bidden U: Doorstraal ons leven met uw licht en uw warmte zodat wij mensen worden die leven in de gezindheid van Jezus, uw Zoon. Help ons elkaar nabij te zijn zoals Hij ons nabij wil zijn. Dan komt er vrede over heel deze wereld. Dit vragen wij U op voorspraak van pater Titus door Christus onze Heer.

Amen.

 

Gebed over de gaven.

Goede God, herken in deze gaven van brood en wijn onze inzet voor onze geloofsgemeenschap. Dat wij die met elkaar uw Brood en Beker delen ook bereid zijn elkaars leven te delen zoals Jezus het ons heeft voorgedaan. Dit vragen wij U op voorspraak van pater Titus door Christus onze Heer. Amen.

 

Slotgebed.

Goede God, in deze viering hebben wij u willen eren en danken voor Titus Brandsma, naar wie deze gemeenschap genoemd is. Door zijn leven en werken is hij een levende getuige van uw goedheid en liefde. Mogen zijn voorbeeld tot ons blijven spreken opdat wij, door hem geïnspireerd, blijven zoeken naar U in het diepst van ons bestaan. Dat wij U daar vinden en ons kind naar uw hart weten. Dit vragen wij U op voorspraak van pater Titus Brandsma door Christus onze Heer. Amen

Overweging

Gisteren waren 36 jonge medebroeders Karmelieten en negen begeleiders uit vele landen van de wereld te gast in Oss. Zij volgen een Internationale Cursus over de Zalige Titus Brandsma. Via Megen kwamen zij naar Oss; via Boxmeer keerden zij weer terug naar Nijmegen. Hier in onze kerk hebben ze een inleiding gehoord over het veel goede werk dat Titus voor Oss gedaan heeft. Titus is weliswaar nooit parochiepastor geweest; zijn activiteiten kwamen wel voort uit pastorale bezorgdheid. Titus was – uitermate actueel voor vandaag – bezorgd over het verdwijnen van de rol van de religie in het publieke leven. Vanuit zijn pastoraal hart was hij begaan met de arme en werkloze menigte. Hij wilde hen in spiritueel en materieel opzicht verheffen. Vandaar: de krant, de school, de bibliotheek, het Heilig Hartbeeld. Titus heeft grote invloed gehad op de bouwstenen van de sociale en culturele ontwikkeling van Oss. In Nijmegen krijgen de jonge broeders vier inleidingen te horen: over de persoon van Titus, over zijn academisch werk, over zijn journalistieke loopbaan, over zijn inzet voor het middelbaar onderwijs. Zaterdag gaan zij naar Amersfoort, naar het kamp waarin Titus op Goede Vrijdag 1942 een rede heeft uitgesproken over lijdensmystiek. Zondag vertrekken zij naar Mainz. Titus heeft zich ingespannen voor de herbouw van het Karmeklooster daar. Vanuit Mainz gaan ze naar Dachau om Titus te ontmoeten als vriendelijke en optimistische gevangene in de hel van Dachau, als martelaar voor het evangelie. Het innerlijke van een mens, de kern van de ziel waar God in mensen tegenwoordig is, laat zich niet gevangen zetten of in boeien slaan. In de hel van Dachau bleef Titus een vrij en bevrijdend mens. Soeverein tegenover wie hem sloegen; beminnelijk voor wie hem scholden; geduldig tegen hen die hem opjaagden. Weerloos verzet dwingt hoe dan ook respect af. De namen van de beulen zijn vergeten; de naam van Titus Brandsma leeft wereldwijd voort.

Natuurlijk hebben mensen en ook medebroeders weleens de vraag gesteld: veronderstel dat Titus Dachau overleefd zou hebben, zou zijn invloed dan ook wereldwijd zijn? Waarschijnlijk zou Titus weer hoogleraar geworden zijn: een beetje saai en verstrooid, maar wel hartelijk en bemoedigend voor zijn studenten. Die als… als… als vragen zullen nooit adequaat beantwoord kunnen worden.

Dat pater Titus Brandsma ondanks zichzelf wereldwijd een naam heeft, heeft toch te maken met zijn gewone wijze van leven en werken en van met zijn omgang met mensen. Hij was bescheiden wanneer hij mensen tegemoet trad maar ook wel een beetje ijdel wanneer hij ergens optrad.

Toen vanuit de gevangenis van Scheveningen zijn boekjes ‘Mijn Cel’ en ‘Het laatste geschrift’ verschenen, bereikten ze in zeer korte tijd hele hoge oplagecijfers, duizendtallen. Dat geldt meer nog voor zijn gedicht “O Jezus als ik U aanschouw”. Voor veel mensen is dit een troosttekst geworden die hen de oorlog heeft door geholpen.

Deze teksten werden direct gelezen als teksten van een innig vrome karmeliet die ook in deze situatie van zijn leven wilde leven in Gods Tegenwoordigheid.

Het waren ook teksten van die onverzettelijke en vasthoudende pater die achter alle goede doelen aanliep, die overal geld bedelde voor zijn projecten, die het opnam voor de kleine man, die vanuit zijn binnenste over God sprak en die tevens de noden van de studenten, de arbeiders, de huismoeders, de journalisten verstond. Iedereen die met Titus te maken heeft gehad was onder de indruk van zijn hoffelijkheid en vriendelijkheid.

Titus was tijdens zijn leven al de man die de mensen bij God bracht en God bij de mensen. Het getuigenis van zijn leven ligt niet zozeer in wat hij deed dan wel in wie hij was. Een getuige van Gods liefde voor mensen. Liefde die om antwoord van mensen vraagt.

Van die inspirerende kracht van Gods liefde is Titus ook blijven getuigen in Dachau. Deze kleine man liet zich niet klein krijgen. Hij bleef een vrije mens die de andere wang aanbood; hij deelde het weinige wat hij had; hij bleef zelfs zijn beulen behandelen zoals hij zelf behandel wilde worden. Dat wil zeggen: met eerbied.

Want hoe geschonden een mens is naar lichaam en geest, door er te zijn getuigt een mens al van God. In Hem immers leven wij; bewegen wij ons en zijn wij.

Titus leefde in het besef dat wij meer van God zijn dan van onszelf. De menselijkheid waar Titus naar bleef streven zag hij als gave Gods. Het lijden was bijna ondragelijk en de situatie uitzichtloos maar wie zijn hoop en geloof laat varen, verliest de kracht van de liefde die alles overwint, zelfs de dood.

Titus getuigde ervan dat het leven sterker is dan de dood. Hoe zeer ook als gestorven mens tot niets dan wat stof en as teruggebracht, des te meer spreekt hij tot ons op inspirerende wijze van léven, léven dat dodelijke krachten overwinnen kan.

Wij zijn in Nederland als kerk en geloofsgemeenschap soms wat vermoeid. Als Karmelorde zijn wij stevig aan krimp onderhevig. Gisteren waren hier 36 jonge karmelieten om het getuigenis van Titus te aanhoren, te beleven en verder te dragen, wereldwijd.

De lekenkarmel en de parochie van Oss hebben hen een mooie ontvangst bereid. Graag breng ik hen de dank van de Orde over.  

 

Voorbede

 

Pastor Worden we een ogenblik stil en keren wij ons hart tot God en leggen wij aan Hem voor alles wat ons ten diepste beweegt

Lector                 

Bidden wij voor de wereld waarin wij wonen: om vrede en rust in alle haarden van oorlog, geweld en onderdrukking; om veiligheid en opvang voor mensen die als vluchtelingen toevlucht zoeken in ons land. Dat er steeds weer mensen zijn die in de geest van Titus de moed hebben om te geloven in daadkrachtige liefde en gerechtigheid.

Stilte Laat ons bidden:

 

Lector       

Wij bidden voor onze geloofsgemeenschap die de naam van pater Titus draagt. Moge zijn eenvoud en de bescheidenheid ons doen en laten kenmerken. Om hechte saamhorigheid en verbondenheid opdat het geestelijk leven van deze gemeenschap kan bloeien. Geef dat wij heel ons leven richten naar het visioen van het Komende Koninkrijk waarin Gods Naam geheiligd wordt en Zijn wil geschiedt.

Stilte Laat ons bidden:

 

Lector

Wij bidden voor de Internationale Orde van de Karmelieten. Dat de persoon van Titus voor jonge Karmelieten in vele landen van de wereld een bron van inspiratie zal zijn. Dat de jonge medebroeders het getuigenis van Titus verder dragen. Voor Nederlandse Karmel en voor de Karmelitaanse lekenbeweging. Dat wij het charisma van de Orde zo aanstekelijk beleven dat anderen daardoor geraakt worden. Doe ons beseffen te leven in Gods Tegenwoordigheid en ten dienste van de mensen.

Stilte Laat ons bidden

 

Pastor       

Goede God, U die woont in het diepst van ons wezen, kom aan het licht in onze daden van dienstbare liefde. Dit vragen wij U op voorspraak van Titus Brandsma

Door Christus onze Heer. Amen.

Overweging van zondag 15 juli 2018 door p. Tom Buitendijk

Karmelfeest Oss 2018

Inleiding

Van harte welkom in deze viering. Vandaag vieren we de plechtige gedachtenis van Maria, Onze Lieve Vrouw van de Berg Karmel.
De naam van deze feestdag verwijst naar een kapel die aan Maria was toegewijd op de berg Karmel.
Sinds 1890 zijn de karmelieten in Oss aanwezig. Vanaf 1923 dragen zij pastorale verantwoordelijkheid. Als 95 jaar.
Onze parochie is zo nauw met de Orde van Karmel verbonden
dat de geest van de Karmel zal heersen in deze parochie.
In het bijzonder de liefde tot Maria, de moeder van de barmhartigheid.
Willen wij Gods barmhartigheid over ons afsmeken door samen te bidden en te zingen.

Overweging

De woestijn is in de traditie van de Karmel een bevoorrechte plek.
Niet dat het wonen in een woestijn gemakkelijk is. Het kan er dor en doods zijn. Maar juist daar in de woestijn leer je te kijken naar kiemen van leven.
In de woestijn is er niets om je af te leiden van datgene waarnaar je werkelijke op zoek bent. In de woestijn leer je zien waar het op aan komt. In de woestijn wordt je teruggebracht tot de kern van je bestaan.
Zo sta jij voor God. Met lege handen, met een ontvankelijk hart,
met niets meer dan je bent: een kwetsbaar mens.
Die pure ontvankelijkheid – de mens die uit zichzelf niets heeft,
maar alles van God verwacht – maakt een mens mooi.
Als God komt, dan komt de woestijn tot leven, dan wordt de groeikracht van God zichtbaar. Overal water en mooie bloemen. Overal vrolijkheid en vreugde.
God bekleedt de woestijn met zijn eigen schoonheid.
Zo ook bekleedt God de mens die Hem en Hem alleen zoekt
zich met zijn eigen stralende schoonheid.
Wie in de woestijn naar God zoekt zal eens door Hem gevonden worden.
U begrijpt: de woestijn is een geestelijke werkelijkheid.
Het is een concentratie op het wezenlijke en het voortdurend voorbij zien aan alles wat je niet dichter bij God brengt.
Je wordt daardoor een zuiverder , mooier en meer verstilde mens.

De schoonheid van de Karmel wordt vanouds gezien als een afspiegeling van Gods schoonheid. De Karmel is niet alleen een bergtop die uitkijkt over de zee.
De Karmel is een prachtige bosrijke bergrug waar het goed toeven is voor mensen die God, en God alleen, zoeken in hun leven.

Net als de woestijn is ook de berg Karmel een geestelijke werkelijkheid.
Het is het willen toeven in Gods nabijheid. Niets anders meer verlangen dan in zijn tegenwoordigheid te leven. Het is het genieten van de schoonheid die hij legt in de natuur en in de mens die zich opent voor zijn Aanwezigheid.

Woestijn en tuin zijn levenswijzen voor gelovige mensen. Met voorbij gaan van alles God zoeken, en als je gevonden wordt, toeven in zijn Tegenwoordigheid. Als je gevonden wordt…… We kunnen God niet dwingen in ons leven te komen. We kunnen door naar Hem te zoeken, ons laten vinden.

Maria heeft God gezocht. Ze was open voor Hem en volkomen bereid zijn wil te doen. God heeft haar bereid gevonden de moeder te worden van Jezus, Zijn Zoon. Zij was een volkomen open mens. Gods schoonheid straalde op haar af zodat zij zelf Gods liefde uitstraalde. Gods liefde: is barmhartigheid, gerechtigheid en vrede.
Daarvan zingt zij in haar lofzang : mijn ziel prijst groot de Heer.

Onze parochie is een Karmel parochie. Dat betekent dat iets van de geest van de Karmel zal doorklinken in ons parochieleven. Zoals het gaat met een geest, een sfeer, een gezindheid, een mentaliteit: je kunt het nooit vast leggen en aanwijzen. Je kunt nooit zeggen: daar, dat is typisch Karmel. Het is wel de Karmelgeest die spreekt uit de concrete dingen die we doen en die we beleven.

Onze parochie wil een gastvrije parochie zijn voor alle mensen die aandacht, vriendschap, liefde nodig hebben.
Het gaat hierbij om een sfeer van hartelijkheid voor elkaar en betrokkenheid op elkaar. Religieus gezien: het gaat om zusterschap, broederschap.
Een bijzondere aandacht gaat uit naar mensen aan de rand : de armen in onze stad, maar ook mensen in nood in bijv. ontwikkelingslanden en oorlogslanden. Het gaat ons erom dat ook kleine mensen de kans krijgen voluit menselijk te leven. Het gaat ons om menselijkheid waartoe God ons oproept.

Onze parochie wil ook en biddende gemeenschap zijn. Bidden betekent het oog op God gericht houden naar de toekomst toe, maar evenzeer God proberen te vinden diep in je eigen hart, in je binnenste. Onze verlangen is dat in ons leven iets van Gods goedheid aan het licht komt. Wij willen zoals Maria, blije ,vrolijke en stralende mensen zijn.

Onze parochie wil betrokken zijn op de samenleving. Bidden om het rijk van God en hopen dat het alle mensen goed gaat is nooit vrijblijvend. Wij kunnen in onze straten en buurten iets van Gods liefde uitstralen door goede verhoudingen met de buren, door vriendelijkheid als we elkaar tegen komen, door begrip te hebben voor mensen die anders leven dan wij gewend zijn. Vooral wordt ons gevraagd aandacht te hebben voor mensen die zonder onze aandacht, kunnen vereenzamen.

Je kunt het heel groots zeggen:
wij willen van de woestijn een leefbare en bewoonbare wereld maken, een wereld waarin God zich bij ons mensen thuis kan voelen. Of:
Wij willen dat heel de samenleving een Karmel wordt :
een prachtige tuin waarin God en mens wandelen in elkaars Tegenwoordigheid.
Of: wij willen dat de stad Oss een stralend middelpunt wordt voor heel Nederland waarvan mensen zeggen: zie hoe goed ze als zussen en broers met elkaar omgaan.

Onze grote ereburger van Oss , pater Titus Brandsma zei:
Karmelmensen – dus ook parochianen van de Karmelparochie – zijn niet geroepen om grootste dingen te doen, maar om de kleine en eenvoudige dingen op grootse wijze te doen. Wat wij gewone mensen doen zal God groot maken en voltooien…. als wij maar beginnen!

Als Karmelmensen kijken we graag naar Maria, Onze Lieve Vrouwe.
Maria die zojuist gelovig had uitgesproken moeder van Gods Zoon te willen worden, spoedde zich naar Elisabeth om haar dienstbaar ter zijde te staan. Dienstbaarheid aan mensen en vol zijn van God horen bij elkaar.

Vanaf 1890 is er sprake van Karmelieten in Oss.
De bescheiden pater Titus Brandsma is op uitstekende wijze dienstbaar geweest aan de stad Oss. Op dez
De geest van de Karmel leeft dankzij onze parochie nog steeds door.
Op de plek waar het klooster en de paterskerk gestaan heeft staat nu een bescheiden monumentje. Het is niet groots, maar iedereen voorbijganger die er even bij stil staat, neemt er iets goeds van mee.
Direct na de viering lopen we er heen om het monument te zegenen en om de stad Oss aan Maria, Onze Lieve Vrouwe van de Karmel aan te bevelen.

Voorbede

Pastor
Goede God wil onze gebeden verhoren
die wij op voorspraak van Onze Lieve Vrouw van de Karmel tot u richten.

Lector
Voor onze stad Oss.
Dat wij door onze manier van leven en met elkaar omgaan
uw liefde een menselijk gezicht geven.
Help ons een samenleving te vormen
waarin iedereen zich in vrijheid kan ontplooien.
s t i l t e
Lector
Voor onze parochie.
Dat wij in eenvoud en bescheidenheid de geest van de Karmel beleven.
Doe ons beseffen dat u, o God, de bron van alle leven bent;
dat wij in U leven en door U bestaan.
Help ons als biddende mensen te verlangen naar uw Tegenwoordigheid.
Daartoe zingen wij :
Wees gegroet Maria

Lector
Voor de Karmelorde, verspreid over heel de wereld en aanwezig in ons land.
Dat de Orde door haar aanwezigheid te midden van de mensen het verlangen naar God levend houdt ;
dat de Orde de dienstbaarheid van Maria beleeft en voor leeft;
dat ons streven naar gerechtigheid en vrede de wereld mooier maakt.
s t i l t e

Lector
Met dankbaarheid gedenken wij de zusters Karmelietessen en de broeders Karmelieten die in Oss gewoond en gewerkt hebben.
Met genegenheid denken wij terug aan de vele pastores die dienstbaar zijn geweest aan de parochiegemeenschap.
Moge hen gedenken ons tot zegen zijn.
Daartoe zingen wij:
Wees gegroet Maria

Goede God,
Onze Lieve Vrouwe brengt onze gebeden bij U.
Wil ons omwille van haar gebed verhoren.
Schenk ons uw zegenen uw vrede.
Door Christus onze Heer.
Amen .

Overweging van zondag 8-7-2018 door p. Tom Buitendijk

 

Overweging
Zoals u weet zijn er vier evangeliën: Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes.
Het zijn vier geloofsgetuigenissen over Jezus die voor bepaalde groepen mensen geschreven zijn. Ook al gaan ze alle vier over Jezus, toch verschillen ze veel van elkaar en spreken elkaar ook soms tegen.
Of: ze vertellen eenzelfde verhaal anders.
Nu staat het evangelie van Markus het dichts bij de gebeurtenissen rond Jezus. Er is nog niet zoveel tijd geweest om na te denken over de bijzondere persoon die Jezus was. Dus ook niet om dat bijzondere uit te drukken. Voor Markus is Jezus allereerst gewoon een rondtrekkende prediker, een wonderdoener, een genezer van boze geesten en kwalen.
Voor Matteüs is Jezus een leraar, de nieuwe Mozes. Voor Lucas is Jezus de man in wie Gods barmhartigheid zichtbaar wordt.
Voor Johannes is Jezus bovenal de Zoon van de Vader. Johannes heeft het langst kunnen nadenken over wie Jezus voor hem was. Hij laat de apostel Thomas de eerste geloofsbelijdenis zeggen: Mijn Heer en mijn God.

Omdat Markus het dichtst bij de gebeurtenissen van Jezus staat, vertelt zijn verhaal dan ook heel gewone dingen. Helemaal niet verheven of hemels. Rondtrekkende rabbi’s waren er wel meer en Jezus was heus niet de enige genezer.

 

Dat Jezus in de synagoge het woord neemt is ook helemaal niet vreemd.
Iedere man die bewezen heeft dat hij in de boekrol kan lezen, mag zeggen wat hij ervan vindt. Als het onderricht goed is dan zij de mensen best bereid te luisteren.
Blijkbaar is Jezus een goed predikant want ze luisteren…en al luisterende beginnen ze te schuifelen met hun stoelen…. ze raken verbaasd….. ze worden geïrriteerd … ze voelen zich uitgedaagd …. ze voelen zich beschuldigd …. wat hij zegt klinkt allemaal mooi en goed…… als je zijn boodschap ècht hoort, dan moet je hier en nu een ander mens worden! Die wijsheid is Hem dan wel geschonken, maar waar heeft Hij die dan vandaan? Van God soms? Maar hij is toch onze vroegere timmerman….. zijn hele familie woont hier in de stad… we kennen ze stuk voor stuk, we kennen zij moeder Maria.

Welk recht en welke bevoegdheid heeft hij om ons op te roepen tot een andere levensstijl! Hij praat als een profeet en hij timmert mooi aan de weg, maar hij is toch maar gewoon de timmerman.
( Tussen haakjes: Matteüs zegt: de zoon van de timmerman) .
De bozige toehoorders slaan de spijker op zijn kop. De timmerman praat als een profeet. Teleurgesteld en bedroefd constateert Jezus: een profeet wordt overal geëerd , behalve in zijn eigen vaderstad. Hij staat verwonderd over hun ongeloof. Hij begrijpt hun wantrouwen niet.
Hij lijdt er onder dat zijn goede boodschap niet overkomt. Het doet Hem pijn zo afgewezen te worden. Markus tekent Jezus in zijn menselijke teleurstelling.
Maar òòk zegt hij dat Jezus een profeet is die namens God spreekt. Hij heeft geen eigen verhaal, maar spreekt een woord van God tot mensen gericht. Een woord dat inbreuk maakt op ons gewone bestaan.
Hij spreekt een woord dat oproept tot verandering, bekering, tot je leven een nieuwe oriëntatie geven.
Hij biedt ook iets aan: het Rijk van God waarin plek is voor zieken en bezetenen, voor melaatsen en onreinen, voor tollenaars en zondaars, voor vluchtelingen en vreemdelingen.
Het Rijk van God als verzamelplaats voor alle mensen aan de rand van de samenleving. Als je hoort dat God met jou een nieuw begin wil maken, open je dan je hart ….of stop je je ogen en oren dicht?

Denkt u eens in: als wij op die gewone sabbat in de synagoge hadden gezeten en naar Jezus geluisterd hadden, wat dan ….. ? Zouden wij ons dan ook niet geërgerd hebben dat de timmerman Gods Woord verkondigt? Hadden wij dan wèl zo naar Jezus geluisterd dat wij nieuwe wegen zouden gaan? Zijn wij wezenlijk andere mensen dan de toehoorders in Nazareth?
Het is misschien het ergerniswekkende van het christelijk geloof dat het zo eenvoudig is dat een timmerman je dat kan vertellen. Zijn profetisch woord is belangrijker dan alle theologieboeken, pauselijke encyclieken, bisschoppelijke vermaningen of pastorale woordjes in een parochieblad.
Zijn profetisch woord zegt: het Rijk Gods is nabij,
waar de ene mens naar de ander omziet,
waar de mensen elkaar respecteren en elkaar eerbiedig in hun waarde laten.
Het rijk Gods is daar waar de mensen in elkaar het beste naar boven roepen en misstappen vergeven.
Het Rijk Gods is daar waar de ene mens de ander dient en het goede gunt.
Het Rijk Gods is daar waar rechtvaardigheid en barmhartigheid elkaar ontmoeten, waar liefde en waarachtigheid elkaar kussen.
Het Rijk Gods is zo menselijk gewoon en eenvoudig;
het is Gods zichtbare goedheid iedere mens.

Voor wie er aan begint is het Rijk Gods aanwezig.
De vraag is: begint u ermee?
Of denkt u: die timmerman, die kan me nog meer vertellen? Hij is toch een gewone jongen uit Nazareth. Hij moet niet denken dat Hij Onze Lieve Heer is. Want stel je voor als Hij het wel is: dan moet ik toch een ander mens worden! Nazareth en Oss liggen niet ver van elkaar……
Amen

 

 

 

 

Overweging van zondag 24-6-2018 door p. Tom Buitendijk

Johannes de Doper  24 juni 2018

 

Inleiding

U allen van harte welkom in deze viering .

Vandaag viert de kerk de geboorte van Johannes de Doper.

Het is ook een heel bijzondere datum.  24 juni  is de langste dag van het jaar.

Het is het einde van de lange periode van het Eerste of Oude Testament.

Over zes maanden plus een dag vieren wij de Geboorte van Jezus, 25 december.

Het is de kortste dag van het jaar. Het is het begin van de Nieuwe Tijd.

Op beide geboortedagen begint God iets nieuws met ons mensen.

Staan wij daar open voor?

Om deze Eucharistie goed te kunnen vieren bereiden we ons een moment in stilte voor. 

Overweging

 

Jesaja 49.1-6

Lucas 1,57 – 66.80

 

Dat voor Elisabeth het ogenblik aanbrak dat zij  moeder zou worden is méér dan een mededeling.  Elisabeth  kon haar leven lang géén moeder worden en droeg de schande van de kinderloosheid met zich mee. Tot het ogenblik dat de haar man, de priester Zacharias, een verschijning  van een engel kreeg.  De engel vertelde hem dat Elisabeth op haar hoge leeftijd toch nog in verwachting zou raken. Zacharias kon het niet geloven. Hij kon letterlijk van verbazing niet mee spreken.

De geboorte van Johannes is een geboorte waar God als het ware de hand in had. Met deze geboorte beging er iets nieuws.  God neemt het initiatief.  Zacharias  de priester en de vrome vrouw Elisabeth verlangden vurig naar een nieuwe begin. Zij zagen uit naar de komst van de Messias die Israël zou bevrijden. Met zijn tweeën  vertegenwoordigen zijn als het ware het hele volk. Met dit nieuwe kind ziet God genadig op hen neer. Op hen samen en op heel het joodse volk.

 

U hoorde zelf al dat er méér verteld wordt over de naamgeving dan over de geboorte. Naar de gewoonte van mensen zou de jongen de naam van zijn vader krijgen. Een naam die een familietraditie kan voort zetten.

Maar Elisabeth is zo blij met haar kind,  en zij ervaart zijn geboorte zó

als een Godswonder dat zij hem de naam Johannes geeft: God is genade.  Dat is die jongen voor haar. Dat zal die jongen zijn voor zijn volk. Zijn naam is een program.  Zodra Zacharias schrijft  “Johannes zal hij heten” , kan hij weer spreken en God prijzen om zijn overgrote goedheid.  Maar de omwonenden vragen zich af: Wat zal er worden van dit kind? Wat betekent die naam voor ons?   Zoals van oude  profeten gezegd wordt: De hand van de Heer was met hem en Gods Geest beheerste hem meer en meer.

 

De meest populaire afkorting van Johannes is in het Nederlands Jan en in het Engels John. Het is misschien ouderwets, maar het is wel een naam met inhoud.  In veel families zijn namen een traditie: ze gaan van vader op zoon en kleinzoon; van moeder op dochter op kleindochter. Je hoort door je naam ergens bij.   De roepnaam was bij katholieken meestal een afkorting van de doopnaam. Doopnamen waren meestal heiligennamen.  Zo’n heilige kan dan een voorbeeldfunctie hebben.

Nicolaas: overwinnaar. Petrus : rots.  René: weder geborene;  Patrick: vaderlandlievend; Richard: rijke man ; Thomas : patroon van de twijfelaars.

 

De meest voorkomende namen waren in 2017 voor jongens: Noah, Sem en Lucas De meest voorkomende voor meisjes: Emma, Tess en Sophie.  Namen worden mode.  De meeste namen raken helaas  los van hun betekenis en achtergrond.  Mijn nichtje Krista heeft twee dochtertjes Sara en Hanna. Helaas wist ze niet dat ze Bijbelse namen gekozen had. Ze vond ze alleen maar mooi. Tegenwoordig maken mensen zelf fantasienamen; of ze geven hun kind namen van tv sterren of sportlui; of ze kiezen namen uit andere landen en culturen. Soms zijn namen zo ingewikkeld dat je je moet afvragen of het kind er later blij mee zal zijn.

Ik zou er voor willen pleiten dat kinderen namen krijgen waarin iets doorklinkt van de hoop en de verwachting die ouders van hun kind koesteren; een naam die betekenis heeft; een naam waarmee het kind een levensprogramma krijgt aangeboden.

Natuurlijk zal het kind zijn eigen leven vorm moeten geven en komt zo’n naam soms niet helemaal uit de verf. Toch kan een kind houvast aan zijn naam hebben.  Naamgeving verdient zorgvuldigheid.

 

Wat zal er worden van dit kind? vroegen de omwonenden zich af.

Wij komen Johannes in de Bijbel tegen als een profeet die met kracht en gezag op roept tot bekering. Op scherpe wijze confronteert hij mensen met zichzelf en laat hij zien hoe schijnheilig ze zijn.

Vrome Schriftgeleerden verwijt hij dat ze andere zware regels opleggen en zichzelf er niet aan houden. Soldaten verwijt hij dat ze plunderen en roven in plaats van mensen te beschermen. Tollenaars en publieke vrouwen luisteren met open mond naar hem en beginnen een nieuw leven.

“Johannes wat  moeten we doen ?, vragen de mensen.

“Kijk in jezelf en zie of jouw diepste verlangen klopt met jouw daden”,

is zijn antwoord. Dat antwoord is verrassend actueel.

 

Vandaag komen regeringsleiders bij elkaar om te spreken over vluchtelingen.  Ze zeggen: Hoe kunnen wij deze mensen helpen” en ze bedoelen  “hoe verhinderen we dat ze hierheen komen”.  Daar zijn de meeste mensen het mee eens….

We zeggen : “Echte vluchtelingen willen we opvangen. Economische vluchtelingen moeten terug.” Maar mensen uit andere landen die we goed kunnen gebruiken voor onze economie ontvangen we met open armen.  Polen in de bouw; Indiërs in de computerindustrie; Filippino’s in de thuiszorg.   We helpen vreemdelingen  graag als het ons zelf voordeel oplevert.

Tegen arme mensen zeggen we dat er toch een voedselbank is en zelf gaan delen blijven we moeilijk vinden. We vinden wel dat er vrede moet komen in Syrie en verkopen tegelijk wapens.

 

 

Johannes betekent God is genadig.  Maar hij geeft ons ongenadig op ons kop!  Zijn oproep is: Breng in praktijk wat je preekt. Dat geldt voor de verantwoordelijke leiders in kerk en samenleving, Dat geldt voor iedereen die durft te vragen:  Johannes wat moet ik doen om Gods genade te mogen ervaren?

 

Bekering is de helft van een nieuw begin. Laat die oude mens in je los!

Toe wending is de tweede helft. Word nieuwe mens in Jezus’ Geest!

Van Johannes krijgen we ongenadig op ons kop.  Van Jezus ontvangen we onvoorwaardelijke genade. Zoals God de zon laat schijnen over goeden en bozen; zo roept Jezus goeden en bozen op om samen een nieuwe gemeenschap te vormen. Hij  roept ons op ons te koesteren in de zon van de gerechtigheid,

ons te warmen aan de hartverwarmende vredelievendheid en goedheid;

om te wandelen in het licht van zijn gelaat.

 

Door de bekering waartoe Johannes oproept vinden we moed om ons toe te wenden naar die nieuwe wereld.  Maar ook als we volgeling van Jezus zijn, dan zijn we er nog niet.  Want nog steeds blijft de uitdaging klinken:  “Kijk in jezelf en zie of jouw diepste verlangen klopt met jouw daden”. Amen.

 

 

 

 

 

 Voorbede

 

Pastor: Op het feest van Johannes de Doper bidden we tot U om een oprecht en zuiver hart.

 

Lector :

Om een profetische geest van kerkelijke leiders.

Dat zij de noden van de tijd verstaan en woorden vinden

om in deze wereld het Rijk van God aan te kondigen.

Stilte …. Laat ons bidden .

 

Lector:

Voor alle christenen die geloven in de nabijheid van het Rijk van God

maar er zo moeilijk handen en voeten aan kunnen geven.

Maak ons tot moedige mensen in een wereld die van God niet weten wil.

Stilte …. Laat ons bidden .

 

Lector:

Voor de vluchtelingen in deze wereld die zoeken naar vrede en veiligheid.

Dat de regeringen van Europa wegen vinden om aan deze mensen recht te doen.

Dat wij zelf bereid zijn om vreemdelingen in ons midden te ontvangen.

Stilte …. Laat ons bidden .

 

Lector

Voor de vier en dertig duizend mensen die in de Middellandse Zee verdronken zijn.

Voor de families die wanhopig en verdrietig achter blijven.

Zij zijn mensen zoals wij.

Stilte …. Laat ons bidden .

 

Pastor

Goede God, help ons ons toe te keren naar Jezus

die uw liefde verkondigde en in daden liet zien.

Dat zijn Gees over ons komt en ons meer en meer beheersen zal.

Dit vragen wij u door Christus onze broeder en  Heer in eeuwigheid. Amen