We hoorden zojuist de allerlaatste woorden
die Jezus tot zijn leerlingen sprak voor zijn hemelvaart:
Ga,
en maak alle volken tot leerling;
dompel hen onder in de naam van de Vader,
de Zoon en de heilige Geest,
De laatste woorden van iemand
zijn belangrijke woorden.
Met zijn laatste woorden spreekt iemand uit
wat van wezenlijk belang voor hem is om door te geven.
Ga,
en maak alle volken tot leerling
Hij zegt niet: ga elke zondag naar de kerk,
of in elk geval met Pasen en Kerstmis;
of: ga om je tot priester te laten wijden,
of: ga en leg alle ongelovigen onze leer op,…
maar:
Ga,
en maak alle volken tot leerling
Ga.
Niet Jezus gaat heen, maar zijn leerlingen moeten gaan.
Ga heen, weg van mij.
Houdt mij niet vast, maar doe als ik:
Ga naar mijn Vader die ook jullie Vader is,
naar mijn God die ook jullie God is.
Ga,
en maak alle volken tot leerling
Niet tot mijn leerlingen of tot jullie leerlingen,
niet joods, of katholiek of anderszins,
maar: maak allen – dus incl. jullie zelf – tot leerling.
Dat betekent niet leerling zijn ván, of de ander ‘íets’ leren,
maar allen tot de grondhouding van ‘leerling-zijn’ brengen.
Wat is de grondhouding van een leerling?
Dat is: de dingen niet of niet zeker weten,
en vandaar uit vragend en tastend zoekend
met de concrete werkelijkheid omgaan:
met jezelf, met de ander en met al wat is.
Dat is belangstellend uitgaan naar wat op je weg komt,
ontvankelijk zijn voor wat anders, echt anders is.
Dat is zó spreken dat de ander tot spreken kan komen,
en zó horen dat de ander zich gezien en gehoord weet.
Een leerling is ook iemand die met vallen en opstaan
met zijn verstand naar zijn hart leert luisteren,
iemand die de bewegingen van zijn hart peilt
en ze met zijn verstand overweegt, en wel zo,
dat de wijzing van de Vader hem kan aanspreken.
De wijzing die, volgens de profeet Jeremia,
ingeschreven staat in ieders mensenhart:
Dit is het nieuwe verbond dat Ik in de toekomst met Israël sluit
Ik schrijf mijn Wijzing in hun binnenste,
Ik grif die in hun hart.
Ik zal hun God zijn, en zij zullen mijn volk zijn.
Dan zal niemand meer zijn medeburger leren,
noch tegen zijn broer of zus zeggen:
“Leer de heer kennen.”
Iedereen, groot en klein, kent Mij
Leerlingen zijn wij als wij leerlingen van de Vader zijn, en van niemand anders.
Leerlingen zijn wij als wij zijn woord overwegen, zoals Maria deed.
Leerlingen zijn wij als wij het grote gebod bewaren waaraan alles hangt:
Hoor naar mij, jullie God, en je zult beminnen
met heel je hart, met heel je verstand en met al je kracht,
mij, jullie God en je naaste als jezelf.
Bemin – dat is het nieuwe verbond, Gods wijzing in ons hart.
Hier zijn állen leerlingen, van God die liefde is.
Ga, en maak alle volkeren tot leerling
dompel hen onder in de naam van de Vader,
de Zoon en de heilige Geest,
De ander tot leerling maken, is niet de ander iets leren van buitenaf,
geen kennis, geen deskundigheid, geen mening of overtuiging.
De ander tot leerling maken, is in hem wekken wat er al is”: Gods liefde.
Dat is de ander in contact brengen met de liefdeswijzing in zijn hart,
dat is de ander onderdompelen in Gods naam:
In de naam van de Vader die zegt:
Jij bent mijn welbeminde;
In de naam van de Zoon die hoort en voelt:
ik ben door de Vader gezien en bemind;
in de naam van de Geest die minne is.
Ga, en maak alle volkeren tot leerling
dompel hen onder in de naam van de Vader,
de Zoon en de heilige Geest,
en leer hun alles onderhouden
wat Ik jullie geboden heb.
Wij hoeven slechts elkaar tot leerling te maken
en elkaar te behoeden te denken dat wij leraren zijn.
We hoeven maar elkaar te helpen luisteren naar Gods liefdeswijzing,
die ingegrift staat en spreken wil in ieders hart.
Dat vraagt dat wij ons eigen centrum durven verlaten
en daarmee ons zeker weten, onze gevestigde opvattingen,
onze veilig gedeelde meningen, onze eigenwilligheid
welke ons hart verhardt en Gods liefdeswijzing onverstaanbaar maakt.
Ga uit, en maak alle volkeren tot leerling
Gods leerlingen worden betekent onszelf loslaten
en in zekere zin sterven aan onszelf door ruimte te maken
voor God, voor de ander, voor onszelf en voor de schepping.
Dat is belangstellend uitgaan naar elkaar en wat op je weg komt,
ontvankelijk proberen te zijn voor wie of wat anders, echt anders is.
Ga uit, en maak alle volken tot leerling
en leer hun alles onderhouden
wat Ik jullie geboden heb.
Wat Jezus zijn leerlingen geboden heeft
staat in de laatste woorden van zijn afscheidsrede:
Blijf in liefde met mij verbonden
en heb elkaar lief met de liefde van de Vader;
dit is mijn gebod: dat je elkaar liefhebt.
Blijf in de liefde van de Vader die Ik jullie heb toegedragen.
Hoor naar zijn levengevende stem in jullie hart,
en je zult kunnen beminnen met de liefde waarmee je bemind bent
God, je naaste en jezelf.
Weet dit: Ik ben met jullie
alle dagen
tot aan de voleinding van de wereld.’
Dit is het enige dat de leerling zeker weet
als hij, met vallen en opstaan, leren wil van Gods liefde:
dat God met hem is, al zijn levensdagen,
en tot in eeuwigheid.
Dat wij elkaar tot leerling maken.