Sacramentsdag 2016
Van harte welkom op deze zondag van Sacramentsdag. Wij worden uitgenodigd stil te staan bij de betekenis van de Eucharistie. Wij horen straks het verhaal van de broodvermenigvuldiging. Vroeger zeiden we er automatisch bij: wonderbare broodvermenigvuldiging. We stonden dan stil bij het wonderlijke van dit verhaal. We kunnen ook luisteren naar de opdracht van Jezus: Geven jullie , mijn leerlingen, de mensen maar te eten. Deel van wat je ontvangen hebt en het zal genoeg zijn. Geloof daarin. Waar gedeeld wordt is overvloed. Als wij echt gweloven, waarom hebben we dan zo’n moeite met delen?
Openingsgebed
Goede God, uw zorgzame liefde strekt zich uit naar iedere mens. In het Sacrament van de Eucharistie breek Jezus voor ons allen het brood. Mogen wij door Hem te gedenken groeien in de bereidheid ons leven te delen met elkaar. Mogen wij zo uw Aanwezigheid ervaren in deze wereld tot de dag komt waarop U alles zal voltooien.
Dit bidden wij U door Christus onze Heer.
Gebed over de gaven
Goede God, verzameld rond uw Tafel willen wij het brood delen dat Jezus ons aanbiedt. Mogen wij wat we van Hem ontvangen, delen met elkaar. Maak ons allen één en schenk ons uw vrede en vreugde. Dit bidden wij U door Christus onze Heer.
Overweging
De bedelaar deed het tuinhek open en liep naar de voordeur. Er was geen dakje Boven de voordeur. Hoewel het zachtjes regende werd hij wel flink nat. De deur zwaaide open en een man vroeg: “Wat wilt U van me? We kennen elkaar toch niet.” De bedelaar zei : “ Ik heb al drie dagen niets gegeten. Het enige wat ik vraag is een boterham”. “Ga maar in het schuurtje zitten waar de fietsen staan. Daar is een bank. Ik kom er zo aan”, zei de huiseigenaar. Even later kwam hij terug met een stuk brood. De bedelaar zei: “Komt u even naast me zitten.” De man deed dat. “ Zullen we samen bidden om te danken voor het brood dat ik ontvangen heb”, vroeg de bedelaar. De man keek vreemd op: een biddende bedelaar. “Dat is goed”, zei hij.
De bedelaar begon:”Onze vader …” . Toen het gebed uit was zei de bedelaar: “Nu zijn we samen broeders! .” Hij brak het brood in tweëen en gaf het aan de man. Deze week terug en zei: “Dat brood, dat eet ik niet. Het is hartstikke beschimmeld” !
Hoe gaan wij om met mensen die een beroep op ons doen? Wijzen wij hen af of Ontvangen we hen? En als we hen ontvangen, geven we hen dan ons afval of geven we hen het broodnodige? Moeten we bij al wat wij geven, niet de menselijke maat in het oog houden? Ik kan toch zelf moeilijk tekort komen doordat ik anderen wil helpen. Het zijn best reele vragen. Maar ze gaan uit van onszelf. Kan ik het aan? Heb ik zoveel?
In het evangelieverhaal worden de leerlingen geconfronteerd met een een onmogelijke opdracht. Waar halen ze brood vandaan om vijfduizend mensen te eten te geven ? Laten ze onderdak gaan zoeken! De mensen kunnen toch beter voor zichzelf zorgen! We hebben zelf maar vijf broden en twee vissen. Nauwelijks genoeg voor ons zelf als we straks gaan eten. “Stuur ze maar weg” , adviseren zij Jezus.
Maar Jezus doet het tegendeel. Hij nodigt ze uit te gaan zitten. In vertrouwen op God neemt hij de vissen en het brood in handen en bidt. Bidt Hij nu : God maak dat er meer brood en vis komt? Of bidt Hij: God, trouwe vader, zorg voor ons. Laat uw zorg voor ons blijken.? Natuurlijk weten we niet wat Jezus gebeden heeft. Maar wel zien we dat Jezus niet van zich zelf uitgaat. Hij stelt zich niet de vraag: lukt het mij om te delen? Hij vertrouwt op God en op Gods zorg voor ons. U ziet dat de houding van de leerlingen en van Jezus verschillen: De leerlingen zijn bang dat er niet genoeg brood zal zijn; Jezus vertrouwt erop dat er overvloed zal zijn . De leerlingen willen de Mensen weg sturen; Jezus wil ze gastvrij ontvangen. De leerlingen tellen en rekenen wat hun mogelijkheden zijn; Jezus vertrouwt volledig op God en spreekt een zegenbede uit. God deelt. God deelt door onze handen. “Geven jullie ze maar te eten”, is daarom zijn opdracht aan de leerlingen. Wie in vertrouwen op God door het leven gaat zal, wonderen verrichten.
Lucas vertelt niet wat Jezus bad, maar wel hòe hij bad. Jezus bidt op precies dezelfde wijze als bij het laatste avondmaal. Nemen – bidden – breken – delen. Het gewone brood dat we nodig hebben om de honger te stillen en het brood van het laatste avondmaal horen bij elkaar. Het brood van het laatste avondmaal is zijn lichaam, zijn leven, gegeven voor ons. In het brood van de Eucharistie ontmoeten we Jezus zelf die zich laat grijpen door tegenstanders en die zich laat breken op het kruis. Als een gebroken mens wil hij ons brood zijn. Teken van verbondenheid. Teken van liefde. Teken van Gods zorgzame nabijheid. Teken van Gods aanwezigheid. Dat nu noemen wij Sacrament: een gewoon stukje brood dat ter gedachtenis aan Jezus door het gebed gewijd wordt zodat God er zijn aanwezigheid aan wil hechten. Heilig Brood dat om eerbied vraagt. We buigen en knielen voor Gods aanwezigheid in het teken van het brood. Wanneer wij het brood van de Eucharistie eten dan ontvangen we kracht en moed om met het dagelijks brood om te gaan vanuit een andere levenshouding dan de meest voor de hand liggende. “Ik kan pas delen als ik zelf genoeg heb”. Dan leren we langzamerhand zoals Jezus uit te gaan van vertrouwen op God. Wie in vertrouwen op God door het leven gaat zal, wonderen verrichten. Wanneer wij durven te luisteren naar Jezus woorden: “Geven julie ze maar te eten” en het ook gaan doen, dan kan de wereld met stukjes en beetjes gaan lijken op de nieuwe samenleving zoals God die voor ogen heeft. Geen mensen die als losse indviduen langs elkaar heen leven, maar mensen die zusters en broeders van elkaar zijn omdat ze hetzelfde brood eten: voor elkaar gebroken en samen gedeeld.
De opdracht : “Geven jullie ze maar te eten”, is ook vandaag hoogsts actueel.
De aarde brengt voldoende voedsel voort om te voorzien in ieders behoefte, maar niet voor ieders begeerte. Het probleem van honger in de wereld is oplosbaar Wanneer we de moed hebben uit te gaan van de honger lijdende mens. Dat wij dan minder zullen hebben is niet hetzelfde als tekort komen. Als gelovige christenen hoeven we niet bang te zijn. God zorgt. De vele mensen die naar Europa en ook naar Nederland vluchten doen een beroep op ons. Wat ze allereerst zoeken is veiligheid en vrede. We kunnen hen niet afschepen met beschimmeld brood en afgedragen kleding. Zij zijn onze zussen en broeders. Iedere zondag mogen we ervaren in de Eucharistie dat Jezus zichzelf aan ons geeft als gebroken brood opdat wij in eenheid met Hem en elkaar zullen leven. God deelt. Wij geven het door. Dat is Jezus’opdracht aan ons. Zijn wij, mensen, niet broodnodig voor elkaar?
Pastor
Goede U nodigt al uw mensen aan uw tafel. Beter dan wij weet u wat goed voor ons is. Verhoor onze gebeden.
Lector
Wij bidden voor alle hongerigen en dorstigen in deze wereld. Dat wij door de weg van de gerechtigheid te gaan honger, armoede en dorst verdrijven. Leer ons te delen aan de tafel van de wereld die voedsel genoeg heeft voor iedere mens.
S T I L T E Laat ons bidden.
Lector
Wij bidden voor mensen die het moeilijk hebben in dit leven vanwege ziektes, baanloosheid en tegenslagen. Dat zij in de maaltijd van de Heer kracht krijgen; Dat zij door de band met de gemeenschap gesterkt worden en uitzicht gaan zien.
S T I L T E Laat ons bidden.
Lector
Wij bidden voor vluchtelingen in ons midden die met ons het brood van de vrijheid en de vrede willen eten. Dat wij hun nood zien en verstaan. Geef ons de moed om ruimhartig te zijn.
S T I L T E Laat ons bidden.
Pastor
Goede God, In het Sacrament van Brood en Wijn geeft u ons voedsel op onze weg naar uw Koninkrijk. Laat ons welgemoed de weg gaan die ons thuis brengt bij U.
Amen.
Slotgebed
Goede God, wij danken U voor uw Aanwezigheid in deze vieirIng. Geef ons de kracht om uw opdracht “Geve jullie ze maar te eten” uit te voeren. Dan zal de wereld uw zorgzaamheid leren kennen en steeds meer gaan lijken op de nieuwe wereld van uw Koninkrijk . Dit bidden wij U door Christus onze Heer.